Harten Tien en de 10 kleine negertjes

Er was maandenlang naar uitgekeken. Acht maanden noodzakelijkerwijs klaverjassen om één avondje zonder vrouw, vriendin of
 echtgenote op stap te mogen gaan. En natuurlijk iedere twee weken stiekem wat geld uit de huishoudportemonnee gestolen en ingelegd bij  onze integere penningmeester. Rente wordt niet uitbetaald, dat heeft onze schatbewaarder al snel geleerd van zijn fijne bankvriendjes.

Zoals ieder jaar weer werd het programma in het grootste geniep samengesteld en de bestemmingen voor iedereen geheimgehouden, zodat iedereen al lang van tevoren wist dat we weer op hoog niveau zouden beginnen en de dag zou eindigen bij een niet bij de nationaliteit benoemd Aziatisch restaurant met een kok met spleetogen en vorken en messen waarmee hij meer kan doen dan alleen koken. Maar niet getreurd…. we kunnen beter toneelspelen dan klaverjassen, dus onze ceremoniemeester had niet door dat het programma bij eenieder bekend was.
Op de dag des oordeels verzamelde iedereen zich netjes op tijd (nou ja op tijd?) bij het ….. , waar we gastvrij werden ontvangen met een
bakkie koffie voor onze gepensioneerde barman en de oud-HUBO oplichter, een borreltje cola voor de gepensioneerde auto-onderhoudsmonteur, een lekker drankje voor de andere gepensioneerden en dat alles opgeleukt met lekkere pinda’s, cashewnootjes en  stukjes worst. We waren nog maar nauwelijks aan ons tweede drankje begonnen (lees voor onze exkunstschilder met een kleine k: het derde drankje) of de ceremoniemeester gaf eenieder opdracht zich binnen tien minuten weer met beide voeten naar de begane grond te begeven. Het volgende onderdeel van onze geheime missie stond voor de deur te wachten. Maar…………. hoe was het mogelijk dat we verder konden gaan. We waren nog niet compleet. We misten nog vier man, de – enige nog werkende – Hartentien benjamin – brandenbezweerder, onze terreinknecht, onze oud-AH topman Möberg en onze Alzheimer-light-man. Jammer genoeg kregen we te horen dat Möberg, ondanks het inzetten van diverse heelmeesters, er geen “gat” meer in zag, maar dat onze benjamin firefigther en onze eigen verenigingswasserette alsnog op laatste moment waren gearriveerd. De vuurvreter wist nog één biertje te bemachtigen en we werden door onze wenkbrauw-deskundige “blij verrast” met een grote zak pel-pinda’s (gelukkig niet op hoog niveau geopend).
Mister Alzheimer wist ook niet meer met een telefoon om te gaan en we werden regelmatig verwezen naar zijn voicemail.
Tot onze “verrassing” werden we verder vervoerd met een drietal tuktuk’s, waarin we als rolmopsen werden gepropt. Met gevaar voor
eigen leven maar met veel bekijks begaven we ons naar de tweede stop. Gelukkig een stop zonder drank en een kort intermezzo waar onze hoffotograaf ook deze – incomplete – groep wist te vereeuwigen.

Hier was de Hartentien, op mister vierdaagse na, nog compleet. Maar hoe lang zou dat duren?????
Nu het nemen van diverse staatsportretten, werden we weer de Tuk Tuk ingepropt en met gevaar voor eigen leven ging de
reis langs Den Haags gevaarlijkste wegen richting Scheveningen, alwaar we werden “gedumpt” op het Gevert Deynootplein.
Na een gevoelig afscheid van de Tuk Tuk’s volgde een wandeling verder richting de Pier en zelfs de Pier op. We mochten gezamenlijk  achter onze reiseleiter aan kachelen in de hoop dat we ergens zouden stoppen om ons zuur opgespaarde eurootjes te mogen verbrassen. Dat zou echter niet makkelijk gaan. Onze voorganger baande zich een weg naar het einde van de pier…………….., hij twijfelde…………., hij wist het niet meer…………, maar vroeg plots de weg aan een ervaren pier-deskundige en baande zich weer “geheel sprakeloos” een weg terug naar het begin van de pier. Degene die hier nog vertrouwen in had en niet naar het toilet moest, besloot onze geluidloze voorganger maar te volgen. Degene die hier geen vertrouwen in had en geen hoge nood, besloot – zei het ietwat verlaat – onze terughoudende
patroon alsnog te volgen. Het volgen werd beloond. We mochten zitting nemen aan de reling van de pier en langzaam maar zeker wisten we de groep weer bijeen te vegen. Als laatste werd een stokoude Berkelaar het toilet uit gerukt en met luide stem te kennen gegeven dat
hij zich mocht aansluiten bij de naar drank zuchtende kaartfanaten.

Gelukkig was de deze stop ook zonder (alleen) zwaar alcoholische drank, maar daar hebben we echt niemand over horen klagen. Onze ex-autosloper vond het zelfs wel prettig eens niet aan de borrel te hoeven gaan en ook van onze enige medelander hoorde we geen onvertogen woord (logisch bleek achteraf).
De drankjes werden vergezeld door licht verteerbare hapjes, maar de eerder verkregen pinda’s werden ineens door eenieder als heerlijke versnapering aanvaardt. 

Een tweede rondje werd door onze ex-scheidsrechter in spe omgezet in een patatje. Ja, want wie weet wat de avond verder NIET gaat brengen.

Na deze verfrissing gingen we voor naar volgende activiteit, het draaiorgel oftewel het Reuzenrad. Eerst nog maar even tellen wie er allemaal mee gaat, want stel je voor dat we kaartjes te veel kopen. En wat is het resultaat???????????????
Hé, we missen I… de verschrikkelijke.
Toen we de pier opliepen was hij er nog, maar waar is hij nu. Alle AOW-ers in paniek. We moesten hem terugvinden voor het donker werd, want anders…. We keken rechts, we keken links, naar boven, naar beneden. Niemand wist waar hij uithing. Hij
was van de pierbodem verdwenen.

Dan maar het programma vervolgen. Met z’n allen in het reuzenrad. Ietwat gerieflijker dan een Tuk Tuk, maar voor sommigen toch nog spannend.
En – ieder nadeel heeft een voordeel – het is niet mogelijk weer iemand te verliezen vanuit de te goed afgesloten cabines.
Nu het zoveelste rondje werden we eindelijk uit onze “doodstrijd” verlost en wat schertst onze verbazing?????? Daar staat I…. de verschrikkelijke Meneer wilde waar voor zijn geld. Is lekker voor zijn zelf betaalde Euro een uurtje op het toilet blijven zitten. Ja ook
Surinamers zijn net Hollanders. Je hebt ervoor betaald, dus dan blijf ik zitten ook……………..
Weer bijna compleet ging de weg naar de laatste stop en tot ieders verrassing was dat een Japans Restaurant. En wat een nog grotere verrassing was. Onze “vergeetachtige” was alsnog via zoonlief op de hoogte gebracht en was op de fiets gestapt, zijn vrouw met een
overheerlijke pot chinees achterlatend, om zich als laatste negertje weer bij de club te voegen.

Om de kosten niet zo hoog op te  laten lopen, werden we vriendelijk verzocht niet in het restaurant plaats te nemen maar ons te vervoegen naar de keuken. Rond het gasfornuis  waren nog wat stoelen vrij en tegen een gereduceerd tarief konden we daar de restjes opeten en als het nodig was de kok advies geven hoe hij de voedingswaren het beste kon bereiden. En adviezen werd gegeven……….. zelf
zoveel adviezen dat koks het niet meer zagen zitten en hun eigen keuken in brand staken. Gelukkig was onze brandweerman bereid ook
hier niet handelend op te treden, zodat we lekker lang van de vlammen konden genieten. Dat restjes opeten niet eens zo onsmakelijk is bleek al snel. Een ieder had zich volge(vr)eten en had dit met heel wat drank weggespoeld.

De pauze werd opgeleukt met een toren van Japanse kievitseieren die na een kort protest (van één ei) alsnog een toren van babel vormde. Tijdens deze break was het woord aan nze brandwacht die de voorzitter/penningmeester bedankte en hem nog voor een jaar
aanstelde in als zijn functies. Na de break werd ook op geheel traditionele wijze het nagerecht verbrandt. En na het nagerecht en de koffie ging ieder zijn weg. Met één belofte. Ook volgend jaar wordt er gekaart en vanuit moeders portemonnee gespaard, maar we doen dan wat meer onze best  om mensen ook definitief kwijt te raken tijdens onze volgende uitje.

Want
Nu zijn we met 9 negertjes gestart
en
komen met 10 negertjes thuis.
Dat is niet vol te houden